De hofwoning in het plan Cronenburgh, een in de hoogte en lengte afwijkende woning ten opzichte van de omliggende nieuwbouwwoningen. De beperking van de door het bestemmingsplan opgelegde lage nokhoogte is omgezet in een kenmerkend onderdeel van de woning. Door introductie van een aantal hoogteverschillen is een zeer diverse woning ontstaan waarbij de drie vleugels allemaal hun eigen kenmerkende doorsnede hebben die ook aan de buitenzijde zichtbaar is. De kapvorm wordt aan de binnenzijde benadrukt door <br>in het zicht blijvende houten spanten die de draagconstructie vormen.
De woning wordt in het interieur bepaald door houten spanten die de draagconstructie vormen van de woning en verwijzen naar oude hoevewoningen. Door de verschillende verdiepingshoogtes en diverse vloerniveaus ontstaat er een zeer divers en ruimtelijk interieur met zichtlijnen in de woning en zichtlijnen richting de tuin en de omgeving.
De buitenzijde wordt uitgevoerd in een zeer ruwe baksteen met grote uitgemetselde vensterbanken en in zink uitgevoerde dakkapellen. Op deze manier ontstaat een rustieke uitstraling die in detaillering op moderne manier vertaald is.